Matty is geboren in Monnickendam in de Havenstraat nr. 17 als 8e kind in een gezin van 11 kinderen. Zijn vader had de scheepswerf Hakvoort.
Hij vertelt over zijn jeugd in het Monnickendam van de 50-er jaren, toen de stad nog slechts 3500 inwoners had. Hoewel de stad dus veel kleiner was dan nu, was er toch al sprake van verschillende wijken. Matty mocht tijdens zijn lagere schoolperiode slechts spelen in de ‘eigen wijk’ en met kinderen van het ‘eigen geloof’.
Hij bezocht de Meester Oosterveldschool. Matty vertelt hoe de keuze voor een middelbare school daar verliep.Toetsen bestonden nog niet, dus zijn meester Langelaar bepaalde de schoolkeuze. Het criterium was: de achtergrond van het kind en niet de intelligentie. Het resultaat was dat Matty naar de MULO ging. Dit vond hij niet erg; het was een leuke tijd. Na de MULO ging hij naar het Hervormd Lyceum in Amsterdam. Met bus, bootje en tram, wat anderhalf uur in beslag nam. Uiteindelijk werd hij psychiater en werkte hij jarenlang in het Zaans Medisch Centrum.
In de jaren '60 veranderde er veel: verzet tegen autoriteit, lang haar, en muziek werd belangrijk in zijn leven. Hij speelde gitaar en zong in de band ‘The Singing Cowboys’ Zij traden op bij amateuravonden in de omgeving.
Na de brand in café Het Hemeltje in Volendam (Nieuwjaarsnacht 2000-2001) werd Matty betrokken bij de hulpverlening en startte het zgn.’supportproject’. Hij vertelt hoe m.b.v. vrijwilligers lotgenotengroepen werden opgezet. Het werd een soort ‘sociaal-steunsysteem’ voor de getroffenen, door mensen uit de samenleving.
Het oprichten van de Stichting Huis aan het Water, samen met zijn echtgenote Karin, ligt in het verlengde hiervan. Het krijgen van kanker is een persoonlijke ramp. De overgang van een behandeling in het ziekenhuis naar huis is vaak erg moeilijk. Men heeft veel vragen en er is weinig ondersteuning. Daar probeert het Huis aan het Water in te voorzien, opdat men beter met de ziekte en de gevolgen ervan kan omgaan.